Innovatietheorie Rogers
Rogers geeft in zijn theorie het verloop van het adopteren van een innovatie weer.
De eerste categorie in zijn theorie, de innovators, is maar een kleine groep. Zij zitten vaak dicht bij de bron en zoeken vaak zelf uit wat de voordelen zijn van een innovatie.
De tweede categorie noemt men de early adopters. Zij hebben meer informatie over de innovatie kunnen vinden en weet al vaak voor de aanschaf of toepassing van de innovatie wat de mogelijkheden zijn.
De early majority is de groep die geënthousiasmeerd wordt door de early adopters. Als de innovatie een toegevoegde waarde blijkt te hebben, zullen de ealy majority de innovatie ook gebruiken.
De op een na laatste groep is de late majority. Zij gaan pas mee in de innovatie als een hele groep hen al voor is gegaan.
Als laatste groep in deze innovatie theorie zijn de leggards. Zijn hebben niet zo'n behoefte aan verandering en vinden alles goed zoals het is. Zij zullen alleen overgaan tot de innovatie als dit echt nodig blijkt te zijn.
Deze theorie kan handig zijn bij het inbrengen van een innovatie op school. Door eerst duidelijk te maken wat de innovatie is en welk doel erachter zit om de innovatie in te voeren, om vervolgens de innovatie op kleine schaal uit te proberen. Met de voorbeelden die daaruit voortvloeien kan een heel team overtuigd worden.
De tweede categorie noemt men de early adopters. Zij hebben meer informatie over de innovatie kunnen vinden en weet al vaak voor de aanschaf of toepassing van de innovatie wat de mogelijkheden zijn.
De early majority is de groep die geënthousiasmeerd wordt door de early adopters. Als de innovatie een toegevoegde waarde blijkt te hebben, zullen de ealy majority de innovatie ook gebruiken.
De op een na laatste groep is de late majority. Zij gaan pas mee in de innovatie als een hele groep hen al voor is gegaan.
Als laatste groep in deze innovatie theorie zijn de leggards. Zijn hebben niet zo'n behoefte aan verandering en vinden alles goed zoals het is. Zij zullen alleen overgaan tot de innovatie als dit echt nodig blijkt te zijn.
Deze theorie kan handig zijn bij het inbrengen van een innovatie op school. Door eerst duidelijk te maken wat de innovatie is en welk doel erachter zit om de innovatie in te voeren, om vervolgens de innovatie op kleine schaal uit te proberen. Met de voorbeelden die daaruit voortvloeien kan een heel team overtuigd worden.
Zuiderman, D. (onderwijskundige) (2015). Kennisclips Xplained. Youtubefilm. Amsterdam: Youtube.